Elke week plaatst Casa Portiera ABC een gedicht uit eigen collectie.

Winter (Will van Broekhoven)
Denkt zij ook wel eens terug aan de dag tevoren? Dorre bladeren verblindend mooi hoe gelaten en talrijk ze ook vielen voorgevoel bleef achterwege…
Meer…

Vogels (Louis Th. Lehmann)
Zeevaarders wilden altijd vogels Sumeriërs brachten naar de kaden van Ur de pauwen van de Indus. Zeevaarders willen altijd vogels; dodo’s groter dan pingewijnen…
Meer…

Als tuin (C.O. Jellema)
’t Moest zijn dat buiten wat je hand aanraakt van jou bezit nam als de reeds verwachte: je hebt grond om te planten los gemaakt, je legt jezelf weg plantend in de zachte…
Meer…

Colonoscopie (Dieuwke Parlevliet)
Sinds de zeetong op haar zij tot platte vis geslagen is tast ze met draadjes naar wormen, kreeft en krabbetjes…
Meer…

What’s in a name (Jabik Veenbaas)
mijn naam had iets ongemakkelijks het was een hindernis haast pas later begreep ik waarom mijn grootvader had hem gedragen…
Meer…

Oertoon (Kees Hermis)
Het bewoont roerloos het lange ademhalen van brokken graniet in de branding gevoed door opkomend licht maakt het zich los van zijn verborgen…
Meer…

Verstandhouding (Dirk Kroon)
zoals beloofd is tussen ons hebben wij eeuwen lang neergelegd en – vingers vertekend – een nu aangericht verwijderd van vrede
Meer…

Meestersonnet (Bas Jongenelen en Anne-Marie Maartens)
Het land zwijgt donker tot de nieuwe dag, de vuurtoren zwaait lichtjes over zee, de hemel strooit zijn sterren aan de kant…
Meer…

Burger in het park (Hubert van Herreweghen)
Daar loopt een ernstig man,
gezien, geëerd, gevreesd
en niet bemind…
Meer…

Slachtmaand
knorrig de jichtige
takken nogal krepel dansen
er zwaait nogal
er fluit wat op pijpestelen
Meer…

De hemel (Juul Kortekaas)
Ze lag daar de vrouw in windsels op een baar ze lag daar in de oude schuur van haar vierde man/ onderweg het bord gezien: DE HEMEL GESLOTEN tussen 6.00 uur en
Meer...

Achter elke dijk gelijken (Aschwin van den Abeele)
een polder zoals de Dogger zijn polders kent een vette polder voren vol en onder de klei een man willig en ijskoud weggelegd
Meer…

Dat het lente leek en ook weer niet (Monique Leegwater)
Op een witte weg kwam ik mijn moeder tegen. Het was nog vroeg, ze droeg een gele capuchon en groene schoenen.
Meer…

Raymond van de Ven
Ik heb het land aan water
en leef met eb en vloed
het strand is mijn theater
de zee zit in mijn bloed
Meer…

Walcheren bij avond (Johanna Kruit)
De dag gaat dicht als een deur. Jij schudt een sprookje uit je mouw. We lopen langs het duinpad naar de sterren en open gaat de nacht.
Meer…

Zelfkennis (Anna de Bruyckere)
Als je een ander dan jouw eigen deel van de wereld kon zijn, wat was je dan? Als je een dier was en gewelf of grond, een ander mens – en dan het verband met wie je bent.
Meer…

Acres road 7.1.75 / 9.15 uur (H.C. ten Berge)
Dit is geluk: stilstaand weer
en de zon die mij toestaat
de eindige landweg te overzien
Meer…

Het bedoelde (Ester Naomi Perquin)
Er is een woord voor, al kan ik het niet vinden. Het is een hoog woord, tamelijk hoog tenminste, ten opzichte van de horizon. Zoals je je een oud gebouw herinnert…
Meer…

Goede tips voor dieper zwijgen (Erik Menkveld)
Nuttig een maaltijd samen aan zee. Leg de Tractatus gesloten op tafel. Laat de intieme ovalen van jullie longen zich enkele malen vullen met avond en onverrichterzake…
Meer…

Dat is pas dromen (Jan JB Kuipers)
Nu over de doden: ze zijn ingegaan tot U, al was dat een moeizaam verkleinen zoals vroeger van zeer dikke zuurstokken het vergeten, de leugen als dek…
Meer…

Vogeltje (Philip Hoorne)
Een vogeltje overreden, over een vogeltje gereden. Het zat daar midden op de weg wat lam in kop en leden en deed niet wat vogeltjes doen als een auto komt…
Meer…

Gedicht om voor te lezen bij het aanvatten van vredesonderhandelingen (Willem M. Roggeman)
Wat je aan illusies verloor, won je aan gewoonten.
Meer…

Thuis (Bauke Vermaas)
de eerste nacht in een nieuw huis eindigt met ontdekken aan welke kant van het bed de zon opkomt, hoe koud een tegelvloer in de ochtend en waar was het…
Meer…

We vragen ons soms af (Mark Boog)
We vragen ons soms af wat er zo stinkt.
Oud voedsel? Iets uit onze luie aarzen?
Het naderende stampen van de laarzen
negeren we het liefst
Meer…

Het kind dat ik niet heb (Twan Vet)
Vanmiddag keek ik op de klok, schrok, griste mijn sleutels van de tafel en fietste hard naar het verlaten schoolplein waar ik uren wachtte op het kind dat ik niet heb.
Meer…

Sporen (Peter Knipmeijer)
Misschien is dit de laatste keer dat ik hier sta. Een tuin, een straat, een huis waar nog een naam op staat maar verder al is leeggehaald.
Meer…

Ook (Jannah Loontjens)
Nul handen houden niets vast. Nul graden bestaat misschien, maar toch. Melk wordt ook zuur van onweer. Vulkanen hebben namen die ook blijven als ze niet spuwen.
Meer…

Onderweg (Will van Broekhoven)
Jij die bijna doorliep
kijkt me aan
ik lees je gezicht
o blijf alsjeblief…
Meer…

Elegie voor Joseph Brodsky (Ilya Kaminsky)
Eerlijk gezegd, want die lieflijkheid tussen de regels is van geen belang meer, wat jij immigratie noemt, noem ik zelfmoord.
Meer…

Sacramentsdag (Ludwien Veranneman)
wij verkleedden ons met vleugels
en droegen het ijzeren gewicht
van wat straks opstijgen
moest verbeelden…
Meer…

Je bent een eiland (Ingo de Moor)
Je bent een eiland en ik noem je onbereikbaar. Want waar is de sloep die redding brengt, het vlot dat trekt naar jouw zachte kust.
Meer…

Onder water (Meity Völke)
Ik herinner me dat ik geboren ben met handen van mijn vaderskant en wat daaruit is weggegleden. ‘Hou dat vast,’ zei de man die me twee keer twaalf minuten had zien…
Meer…

Omne animal (Weer die vervloekte blues) (Ron Basart)
Wat meer beangstigt dan: ik zal er niet meer zijn, is de gedachte: alles gaat doodgewoon door, zei zij, droogde haar navel, gaapte…
Meer…

Mechaniek (Alexis de Roode)
Een klein metronoom die tikt en draait, dat is de klok. Neutraal als hekwerkstaal. Niet wreed zoals het weer, de vrouw, de man.. De klok maakt niemand oud of gek of kaal.
Meer…

de definitie van eenzaamheid (Tijs van Bragt)
ik belde een kennis en vroeg hem: omschrijf eenzaamheid voor me hij legde de hoorn op de haak. ik belde een vriend en vroeg hem…
Meer…

Comptabiliteit (Gerrit Achterberg)
Oud vergeetboek, dat ik opensla. Witte ooghoek om de pagina. Goudgalon, onder de avond uit. Groene dieren kruipen achteruit. Levenloosheid van het…
Meer…

Tegen de afgrond (Dirk van Bastelaere)
Dat ik je aanspreek, stom hart, is natuurlijk complete waanzin, je bent een generiek gegeven uit de cultuurgeschiedenis. Dat betekent: een sterrennevel, drijvende…
Meer…

Boven Tooley Street (Jean Luc Lambreghtse)
De rek is uit de hemel, er gloort wat in de stenen. Waar een trap de wereld schoeit, herleeft gras als hologram.
Meer…

Gered (Jan Eijkelboom)
Op een nacht lag ik wakker en hoorde mijn hart niet meer slaan. Ik ging dus dood, niet uitverkoren of wedergeboren.
Meer…

De dichter (Paul Rodenko)
Wijd strekte hij zijn armen uit enorme wijzers en sprak: ik ben uw klok ik ben uw tijd en sprak: ik ben uw eenzaamheid.
Meer…

1945 (Ed Leeflang)
De Duitsers stonden bewaakt bij elkaar bij de uitvalsweg, een troep verrotte augurken. Sommigen waren jongens zo oud als ik…
Meer…

Postmodern (Rouke van der Hoek)
Jij die dacht dat je van niemand was… Wacht maar tot opeens je stam je roept, zonder uitweg de clan je diensten opeist
Meer…

In de ochtend (Rogi Wieg)
Verwondering over de matte lichtval van deze ochtend, vol kersen en kleine regen. Aangekleed, gekamd, maar wat ik doen zal
Meer…

Zonder titel (Maud Vanhauwaert)
U, gast, bent de gist van dit gedicht lees en ik word geestrijk alleen als u als een dief in de nacht de tijd neemt of wacht, wacht
Meer…

De weg die we niet inslaan (Robert Frost)
In een geel bos gingen twee paden uiteen. Jammer dat ik ze niet beide kon nemen. Als wandelaar uit één stuk bleef ik staan…
Meer…

Zonder titel (Maria van Daalen)
De kamers zijn leeg. De kranten zijn weg. De vensters zijn grauw. Bij de deur geen namen. De vele verre minnaars die er
Meer…

Aan de mast (Erik Menkveld)
Wat is er zo gevaarlijk aan dit bovenmaatse zingen? Haal de was maar uit jullie oren. Wend de steven. Maak me los.
Meer…

Zonder titel (Dante Alighieri)
Mijn liefste draagt de liefde in haar ogen, waardoor zij alles adelt en verrijkt, en ’t hart van elke man die naar haar kijkt…
Meer…

Aan de andere kant van de muur (Hans Wap)
aan de andere kant van de muur was de kou binnen smolt de koelkast in hun eerste nacht
Meer…

Zonder titel (Martijn den Ouden)
Maria beweert dat ze de zon in haar hond kan laten verdwijnen hoewel zij misschien wel de mooiste vrouw op aarde is…
Meer…

Kooklust (Marjoleine de Vos)
Met gretige borsten staat begeerte aan het aanrecht zoent het zaad uit tomaten, kijkt naar het zwellen van beslag onder vochtig…
Meer…

Klaaglied (Federico García Lorca)
Als een wierookvat vol verlangen loop jij door de klaarlichte avond met je donkere lijf van verschaalde nardus…
Meer…

Wandeling bij avond (Bert Voeten)
Wij liepen licht van schrede de Beurs langs. Op den Dam waar blauw de schimmen gleden van omnibus en tram…
Meer…

Leven’s bazaar (Jacob Groot)
Het was zomer, maar in mijn hart was het najaar. O, oude stad zonder altaar waarin ik ging dwalen – nu ben ik weg van haar…
Meer…

Verblijfplaats onbekend (K. Schippers)
Het dier wacht niet. Het springt als het een hert is over gedoornde struiken, maar het heeft geenszins het idee dat er tijd zit…
Meer…

Zonder titel (Rainer Maria Rilke)
Je was zo witjes in je jurk van zijde, maar ik, ik wilde je als koningin; en liep naar buiten, naar de wilde weide en riep tot haar: ik…
Meer…

Bucketlist (Johan Meesters)
In een roestige emmer in een hoek van het terras stort ik mijn briefjes met opgegeven dromen – relikwieën van toen ik…
Meer…

De duistere sterren (Primo Levi)
Laat niemand meer zingen van liefde of oorlog. De orde die de kosmos zijn naam gaf is ontbonden; de hemelse legioenen…
Meer…

Zonder twijfel (Rogi Wieg)
Eerst vond men het wiel uit en toen het zwaard van Damocles, en de hoed en de appel van het kwaad tot erger, en daarna…
Meer…

Voorjaar (Umberto Saba)
Jij, voorjaar waar ik niet van houd, ik wil wel vertellen dat bij ’t omslaan van een straathoek je voorteken mij als een dolk…
Meer…

Nachtrit (Menno Wigman)
Man, eententwintigste eeuw, kaal, gezet en met een onvervreemdbaar recht op seks (‘Mijn naam is Legioen, wij zijn met velen’)…
Meer…

Verlatenheid (Gerrit Komrij)
De dag daarop opnieuw het labyrint. Hier kom ik nooit meer uit. Nu is het weer het beeld van gisteren dat mij verblindt.
Meer…

Oesters (Frans Deschoemaeker)
Waarin de zee zich indikt. De verte aanwaait. Waarin een zilte rimpel welt en zwelt, taalt naar verhemelte, tot zich…
Meer…

hoe alles schuift (Sabine Kars)
dit donker moet verzonnen zijn de aangewende schapen kauwen op mijn vragen ze zijn te luid voor het horen tikken…
Meer…

Geen beter leven (Anton Korteweg)
Dat nachtenlang getob over honger, neutronenbom, schrijvers en ander volk achter tralies waar het niet hoort –
Meer…

Middag in Auvergne (Johan Clarysse)
Het landschap is een lichaam dat zich traag vertakt. Hoe meer ik het begrijp, hoe meer het mij ontsnapt terwijl wij het bekijken.
Meer…

Gesprek (Aschwin van den Abeele)
dit zou best wel eens een gesprek kunnen zijn zoals je met de buitenzijde van je vingers zacht op mijn wang inpraat…
Meer…

Tijd van leven (Julius Dreyfsandt Zu Schlamm)
haar hoofd rust zacht op mijn herfst droomt van een lange zomer waarin ik nog jaag…
Meer…

Nog iets over dagen (Roelof ten Napel)
Iemand zegt dat de beste dagen van zijn leven nog komen, en ik herinner me een ander die simpelweg zei: ze zouden…
Meer…

Narcisme (Kees Ouwens)
Wat, in godsnaam, heb je uitgevoerd? Heb je – tenminste – je dag geboekstaafd? Heb je alsnog geboekstaafd – de volgende dag…
Meer…

Wederkomst (William Butler Yeats)
Verder en verder in een steeds grotere kring kan de valk de valkenier niet meer horen; alles valt uiteen, het midden begeeft het…
Meer…

Oudejaarsavond (Delmore Schwartz)
Ik ben de beluste en ongetrooste; de verloren zoon, verbannen van huis. Mijn poolster was hoop, die ster was groots…
Meer…

Psalm 12 (Frank Koenegracht)
Help ons, Heer, er zijn geen vromen meer. Zeldzaam wordt trouw onder de mensen. Iedereen glimlacht en liegt tegen zijn…
Meer…

De doden (Bernard Dewulf)
Men zegt: de doden zijn hier niet. Het is niet waar. Nu ik ze nader raken wij elkaar al aan. Nog even en wij overleven samen in de…
Meer…

Musée des beaux arts (W.H. Auden)
In wat lijden is hebben ze zich nooit vergist, de Oude Meesters: die hadden pas verstand van zijn menselijk belang; hoe het…
Meer…

Geen spaak (Jane Leusink)
Dat we ooit konden weten hoe het echt was, vroeger toen we nog kinderen waren en achter op de fiets bij onze vader zaten…
Meer…

Amerika, Amerika (Delmore Schwartz)
Ik ben de dichter van de Hudson en de hoogten daarboven. Van de lichtjes, de sterren, de bruggen. Ik heb mezelf ook…
Meer…

Uit de koers raken (André van der Veeke)
In het containertijdperk rolt de Schelde als een mechanische trap naar Antwerpen. Uit de koers raken klinkt dan veelbelovend…
Meer…

Teloorgang van de Hedwigepolder (Jacques Hamelink)
Het nieuws dat de Hedwigepolder onder water gaat kan nu beginnen te bezinken.
Meer…

waddenzee (Han Grüschke)
misschien markeer je de avond als stapelwolken je ogen bewegen misschien ben je het signaal van de golven tegen…
Meer…

Ontmoeting (Jan Eijkelboom)
Wanneer ik vluchtig en per ongeluk bij toeval haast – haar hand aanraak merk ik een niet te voelen tegendruk. En zoals iemand die…
Meer…

Stalstro (Laurens Geerse)
Stalstro heb ik u gegeven maar ge waart nukkig. Ik gunde u voeder maar u blies erin. Ik sleepte met water van de wel naar de stal
Meer…

Balans (Inge Müller)
Al wat ik zag en deed en dacht, wat heeft het opgebracht: voor wat ik deed kwam er weinig binnen voor wat ik heb bedacht
Meer…

Krop (Leonard Nolens)
Ze staat bij het raam in de diepte te staren en wijst naar de mensen, ze zegt het alweer en alweer: Het leven is niets, het is niets.
Meer…

Panta rhei (Riekus Waskowsky)
Zoals laatst toen ik had gedroomd dat ik duizend jaar eerder leefde. Ik werd heel langzaam wakker en van ver weg…
Meer…

Nocturne (Hendrik de Vries)
Een toegang naar ’t rijk der dromen. Geklapwiek, dat vaag verrast. Een kring halfgestorven bomen. Van doornen…
Meer…

MAN. (Ingrid Strobbe)
Op elk gezicht is hij man, mijn man, in zichzelf gekeerd haalt hij me uit mezelf, keert me. Op het eerste, tweede, derde gezicht dat ik tegenkom in de openbare…
Meer…

Wat afwezig was, nog niet bestond, neem (Jeroen Kummer)
zo’n tros balonnen in het park, met gras dat overwoekerde bordes, opgetast vuilnis voor een kerk, of beek die aan de verte trekt…
Meer…

Om wat ik van de liefde weet (Koos Schuur)
Om wat ik van de liefde weet en van de vrouw die mijn moeder is, de vrouw die mijn vrouw is, de vrouw die mijn dochter zal…
Meer…

Beweeg, bewogen (Tania Verhelst)
herinner je je nog die man op het midden van een kruispunt en hoe die op een dag vervangen werd door eenn verkeerslicht? wij werden nog niet geil van het geroezemoes…
Meer…

De kleur van het vergeten (J. Bernlef)
aan de huid te zien hoe of men wegraakt sneller dan een steen maar trager dan een vlieg herinnering maakt oud of minstens kinds (gerimpeld besje dat bedelt om…
Meer…

De courtisane (Rainer Maria Rilke)
De Venetiaanse zon zal in mijn haar goud maken dat van alle alchemie het sluitstuk vormt. Mijn wenkbrauwbogen die zich welven als de bruggen, zie ze daar…
Meer…

Het schrift van de dichter (Ewa Lipska)
De grafoloog buigt zich over het schrift van de dichter. Een routineverhoor van woorden. In de verte de onvermijdelijke weidegrond van Europa. Een fietser wachtend voor…
Meer…

Voor een gestorven reporter (William Carlos Williams)
Onder die witte wenkbrauw is de geest gewoonweg gaan rusten – de ogen, gesloten, de lippen, de mond, de kin…
Meer…

Bevrijding (Chawwa Wijnberg)
Gelukkig vier mei is weer voorbij zij die prachtig twee minuten zwegen zijn weer naar huis en mogen weer een jaar vergeten ik ben niet stil geweest en zeker nog niet…
Meer…

Zij aan zij (Annemarie Estor)
Wij gaan als ruiters door verbrande hei. Onze paarden hebben zelfs geen benen meer. De zadels strak gesingeld om karkassen van gedachten.
Meer…

Afwezig (Bernard Dewulf)
Als zij weggaat trekt het huis zich terug. Zij wuift nog en ik woon er al niet meer, om mij heen verstrakken muren tot een zaak van steen. Alles wacht op haar…
Meer…

Maria – sterre der zee (André van der Veeke)
Maria, sterre der Zee, baden we. Het was de eerste poëzie die ik begreep. Boven de binnenzee van mijn verbeelding waakte…
Meer…

Babel (Esther Naomi Perquin)
Hoe ik deze woorden in mijn hoofd verzamel, tussen de ladders en pilaren van ons Babel moeizaam met de stenen sjouw. Die onmogelijke taal van jou zet vast…
Meer…

Met grote Letters (Wiel Kusters)
Van deze Tafel moet ik op gaan staan, zodra, verzadigd, ik mijn Groeikracht mis, de Zon zich aan mij voordoet als de Maan en zelfs mijn Liefsten uit mijn Dromen wist.
Meer…

Ik is een vlag (Maria Barnas)
Zodra ik ik laat vallen trekt de lucht boven mij samen vergrijst en legt zich neer boven de stad. De stad vernauwt zijn straten kromt de bruggen als tenen in mijn schoenen.
Meer…

Apollinaire revisited (Hugo Claus)
Hier sta ik dan een zinnig man die van leven en dood kent wat een overlevende kan kennen. Zinnig? Dat weet ik niet zozeer. Hij zingt wel maar alleen over bronst.
Meer…

Verdreven (Jacob Groot)
Ik zwierf mij verwonderend rond, langs zilveren gerucht, onder verstuivend blauw, tot ik de winter der valleien vond. Ik staar er in de regens van verleden…
Meer…

Zoutsneeuw #7 (Stefan Hertmans)
Op zomerdagen groeit de maan soms vol en raakt in copulatie met het licht. Eclips. De blauwe lijnen van een oog zinderen in de vlakte. Dingen maken geen rechtsomkeert…
Meer…

Opstel (Jan Hanlo)
Ik zou U een wijze raad geven over de liefde, lezer, en een betere inlichting over dat waarvan wij zoveel verwachten, als ik er zelf meer van wist. Liefde is kussen geven…
Meer…

Als ik niet aan je denk of raak (Elly de Waard)
Als ik niet aan je denk of raak wens ik mij denkend met je te verstaan – dat is volmaakt – dat ik niet met je slaap maakt echter…
Meer…

Ontwaken (Bernard Dewulf)
Ik vond u een ochtend in ons bed. Daar houdt de kamer ons al jaren samen. Wij hadden weer slaapwel gezegd en waren elk veranderd in ons lichaam. Daar vergaten…
Meer…

De huidigste seconde (Margreet Schouwenaar)
Dit kind in mij dat loopt op de voeten die ik laat kent geen tijd. Geen klok die slaat. Tijd is was, zij is bewaard; zij zit in mij gegoten.
Meer…

GIRO GIRO TONDO 15 (Ilja Leonard Pfeijffer)
Op marktplaatsen heb ik naar jou gezocht. Ik wist je naam niet, wilde die niet weten. Op elke website wist ik jou te heten…
Meer…

Man bites dog (Rozalie Hirs)
Het eerste dode dier dat ik vond als kind was een verkreukelde vlinder – onder een steen. Een pakje liet ik altijd ongeopend tot mijn moeder na dagen van waanzin…
Meer…

op zoek naar bloemen (Alja Spaan)
Vier woorden die hem verontrusten deelt hij in de nacht. Het zijn er meestal meer. Ik leg mijn mobiel tussen de lakens. Het is een keurig gerangschikt geheel, het zegt niets…
Meer…

Wind en boomgeruis (Lars Gustafsson)
Iemand zei: Langzaam begin ik het vermogen moe te worden te herwinnen. Het is lang geleden dat ik voor het laatst moe was. Ik was bijna vergeten hoe heerlijk…
Meer…

Beuk (Antony Samson)
In een tuin die niet de mijne is, blijft de waanzin genaamd geschiedenis aan je schors kleven. Je takken die eeuwen dragen, de vele levens gegrift…
Meer…

procurando casa (Kamiel Choi)
ik wil in een lijk van een huis wonen muren waarachter een stille wereld kan zijn, zacht mos op de gevel, een herfstdeur die zingt in zijn hengsels, verf die van de kozijnen…
Meer…

Geboorte (Truus Roeygens)
Akkoord iemand kneedt de vrucht in asymmetrische bolletjes. Meteen wordt gevreesd voor het grote hoofd, nee, niet groter dan een zonnebloem…
Meer…

Begeleiding (J.J. Slauerhoff)
Deze dag zwerft in het grijze
Leven tussen nu en later;
Als een schip op zinkenswijze
schommelt tussen wind en water.
Meer…

Zijn stem (Maarten Moll)
In Parker’s Drankenpaleis aan de grens de Duitse man die spreekt met de stem van een Amerikaanse acteur in een Duits nagesychroniseerde film. Het is de stem…
Meer….

De bokking (Charles Cros)
Er was eens een grote witte muur – kaal, kaal, kaal. Tegen de muur stond een ladder – hoog, hoog, hoog. En op de grond lag een bokking – droog, droog, droog.
Meer…

Samenkomst – feestelijk (Sigurbjörg Prastardóttir)
ik kan er niets aan doen jullie waren uitstekende koks maar na het avondeten tijdens de oudejaarsconference…
Meer…

Ik stierf voor schoonheid (Emily Dickinson)
Ik stierf voor Schoonheid – maar was nauw geborgen in het graf of een die stierf voor waarheid lag één scheidswand van mij af. Zacht vroeg hij ‘Waar ik had gefaald’?
Meer…

Ludwig en de kleuren (Anneke Brassinga)
Ik zie niet of ik zie de kleuren die ik zeg te zien, ik weet niet wie me aan kan wijzen waar en hoe rood rood, groen groen, blauw blauw is. Ik zie, het kwelt de helderziende…
Meer…

Sinterklaas (Marianne Moore)
Als u hem kunt vinden, mag ik dan een kameleon met een staart die krult als een horlogeveer; en met bleke verticale tijgerstrepen over zijn hele lijf…
Meer…

De angst voor het witte blad (Tom Lanoye)
Had ik de wereld geschreven, ik had haar direct weer geschrapt. Niet uit hypochondrie maar uit vakmanschap. De wereld is samen te vatten in de witheid van één blad…
Meer…

Enkelband (Frederik Lucien De Laere)
Het ultimum remedium voorbij
wordt hij zijn eigen cipier,
neemt de wijk niet,
van de perimeter.
Meer…

Titelloos (Tjitske Jansen)
Ik zei dat ik het woord galjoen zo mooi vond. Het zat meteen de dag daarop in een gedicht van hem. Hij had schip gezocht in het synoniemenwoordenboek, was op…
Meer…

Jongens (Max Porter)
We waren jongetjes met radiografisch bestuurbare auto’s en stempeldozen en we wisten dat er iets aan de hand was. We wisten dat we geen eerlijk antwoord…
Meer…

Terribilita (Gerrit Komrij)
De jongen is een grijze filosoof. De knieën zijn de zetel van de wijsheid. De Noordpool herbergt menige korenschoof. In de Sahara heerst de grote ijstijd.
Meer…

Overgebleven gedicht (W.F. Hermans)
Wie leidt geen leven als een slechtzittend pak vol vlekken? Wij gaan ’s nachts met een zaklantaarn op een zonnewijzer kijken hoe laat het is. Ik heb de klok horen luiden, al…
Meer…

Vuilniszakken (Victor Vroomkoning)
Zoals ze daar ’s morgens op de stoep tegen elkaar aan geleund warmte zoekend in hun plastic jassen staan te wachten, grijs, vormeloos, vol afgedankt leven…
Meer…

Polonaise (Paul van Ostaijen)
Ik zag Cecilia komen op een zomernacht twee oren om te horen twee ogen om te zien twee handen om te grijpen en verre vingers tien. Ik zag Cecilia komen…
Meer…

Kleine Weense Wals (Federico García Lorca)
In Wenen zijn er tien meisjes, een schouder om de dood te bewenen en een bos van verdorde duiven. Er is een flard van de…
Meer…

Tramlijn Begeerte (Jacob Groot)
Zo gaat het: je hoort een deur bonzen en de schelp van de ruimte bruist open; de werkelijkheid schampt langs en laat een lege weg achter zich heel, terwijl je geschiedenis…
Meer…

Voort (Rutger Kopland)
Van eiland naar eiland, steeds kleiner en kaler, over steeds ruimen en wijder water tot in de laatste baai zich het uitzicht volledig en eindelijk opent. In deze volmaakt…
Meer…

De denneappel (Hans Faverey)
De denneappel die ik had afgeschroefd en in mijn hand hield, en wegwierp, trof de toevallige kever mogelijk niet. Maar ik, wie ik verder ook geweest mocht zijn, ik zou…
Meer…

Nachtdrift (Job Degenaar)
Een oude wind belaagt het huis de sterren staan strak gespannen we luisteren, vinden ons in elkaar terug. Wat bijna ons teveel werd, aan liefde aan verdriet, ebde…
Meer…

Voorvaarwel (Willem Jan Otten)
Ik heb haar op de Loreley-expres gezet. De tree was ver. In de diepte blonk een fles. Ongeëvenaard is onze eeuw waar het gaat om vaarwel. Zij is van negentien nul.
Meer…

Soldatenliedje (Jaap Harten)
Toen ik nog een fluit in de bergen was, zilver en duisternis bij steenresten achterlatend en vaak sprekend met het dier Koekoek of de krolse kooiwachter groen en geel van nijd…
Meer…

Rookmoeder (Kreek Daey Ouwens)
Het kind in de tuin is een ander kind. Het woont in een dik huis. De moeder gaat in zachte kringen, het stilste. Het onwennigste. Ik wil het altijd weer, liggen in vaste armen.
Meer…

Een vrouw die naakt loopt door het huis (Carlos Drummond de Andrade)
Een vrouw die naakt loopt door het huis vervult ons van zo grote geestesrust. Het is…
Meer…

Allemaal waanzin (J.P. Guépin)
Nam ik waar of dacht ik of schreef ik gewoon maar op: ‘De krijsende tafel staat in brand.’ Een plotseling gegroeide reusachtige zwam midden in mijn huis, hij mag blijven, want…
Meer…

De winter en mijn lief zijn heen (M. Vasalis)
De winter en mijn lief zijn heen. Er zit een merel op het dak, zijn keel beweegt, zijn snavel beeft alsof hij in zichzelve sprak.
Meer…

Voor vader (Hans Lodeizen)
o vader wij zijn samen geweest in de langzame trein zonder bloemen die de nacht als een handschoen aan- en uittrekt wij zijn samen geweest vader terwijl het donker…
Meer…

Monniksoog 7 (Cees Nooteboom)
Iedereen kom ik hier tegen, duivels uit andere levens, dieren uit een vergeten blazoen, vrouwen in leeuwengedaante, eenhoorns, gemaskerde varkens…
Meer…

Geboorte (fragment) (Ed Hoornik)
De dag waait open met banieren. Gij, die in mij hebt overnacht, voor u zal ik het huis versieren, in ieder ding wordt gij verwacht. Fonteinen zingen waterstromen…
Meer…

Vlak achter je voet (Rolf Jacobsen)
Vlak achter je voet
is de stilte het grootst
en ligt er een onbekende tederheid,
anders dan alles.
Meer…

licht, veel licht (Eke Mannink)
zeg licht, waar kom je plotseling vandaan? In al je overvloed lig je languit op straat. Je aait de trein, zet alle torens in je schijnsel. Je laat ons zien dat we hier werkelijk bestaan.
Meer…

Vrijheid (Saadi Youssef)
Eenling, je bent vrij. Je kiest een hemel en geeft hem een naam. Een hemel waarin je woont. Een hemel die je afwijst. Maar om te weten of je vrij bent, vrij blijft…
Meer…

De maaltijd (Rikkert Zuiderveld)
Ze komen op een avond bij ons eten, de moeder en haar kinderen. Ze lacht, ja, uit Aleppo, zegt ze dan, zo zacht alsof ze het al bijna was vergeten.
Meer…

Wie redde me als kind? (André van der Veeke)
Schoolreis 1958 – De Warande waar een ongeschreven regel de verdrinkingsdood verbood Vannacht schitterde het water…
Meer…

Tragiek en ontreddering achter glas (Delphine Lecompte)
De versleten ex-bokser staat vroeg op om een nieuwe taal te leren. Ik blijf in bed liggen, want ik kan al om hulp roepen in…
Meer…

Narrenwijsheid II (J.C. van Schagen)
Ge hadt God en de wereld lief toen sprong uw bretel los ge breiddet de armen uit om het Al te omvatten maar trok toen niet een trek van wrevel over uw gelaat wijl juist…
Meer…

Begeleiding (J.J. Slauerhoff)
Deze dag zwerft in het grijze
leven tussen nu en later;
Als een schip op zinkenswijze
schommelt tussen wind en water.
Meer…

Buiten (Gregory Corso)
Buiten duidt een gevallen zwaluw aan dat het dinsdag. is O mijn hart! Ten slotte uiteindelijk heb ik rust gevonden. De oorlog van een halve eeuw waarin ik…
Meer…

Sotto Voce (M. Vasalis)
Zoveel soorten van verdriet, ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgescheiden zijn.
Meer…

Op de grens (Frank Koenegracht)
Ik verveel mij wat zal ik doen mijn lichaam langspeinzen of kippen houden. De nacht valt, straks verandert iedereen en gaat het waaien vanuit zee.
Meer…

Droombeeld (Hagar Peeters)
Vanmorgen toen ik nog niet wakker was maar al niet meer sliep sloop onzichtbaar op gehoefde sokken het onheil binnen in mijn bed, vlijde zich tegen mij aan en fluisterde…
Meer…

Zij (Herman de Coninck)
Ik ben de avond waarin ik verdwaal, waarin al mijn lippen op je wachten en waarin je me nooit vindt, ik ben ergens in mij, o, kom me halen, liefste.
Meer…

Veldnotities I (Tijs van Bragt)
Er zijn veel manieren waarop je een lichaam achter kunt laten net als geboortegrond wie haalde met eigen handen klei boven en wie kwam er hier uit het water?
Meer…

Dicht (Marieke Jonkman)
Wijder kon het niet. Iedereen kon kijken, niemand keek. Nu dreigt de sluiting, er is geen meisje dat me streelde, geen man die binnen kwam. Wat openhartig leek…
Meer…

Mijn elfde jaar (Emma Crebolder)
Een vos is ingeslopen richt zijn snuit naar zee, de poten in het Pleistoceen. Na het ijs legde noordwestenwind stuifzand neer, werden bossen naast de klei…
Meer…

Hoger III (Hans Verhagen)
Tegen alle bloedvergieten en kanariepieten in voltrekt zich mijn roeping: ik die bouwen zou, zal ontbonden worden. Verbonden met voeten verslaafd aan vergaan…
Meer…

De dans der derwisjen (L.F. Rosen)
Ook is er die meer dan vreemde liefde voor een kaal kind. Vreemd want geen hond. Geen kat. Geen staart. Geen vacht. En het lekt. Achter zijn borstwering.
Meer…

Nieuwjaarsdag, kwart over twaalf (Ede Staal)
De tijd vliegt voorbij als water door mijn regenpijp. De zomer gleed door mijn handen als fijn zand van de zee. Toen kwam de…
Meer…

De schrijver (Dinie Sophie Fintelman)
Hij denkt zich een wereld van bedachtzaamheid en klimt kalm op zijn kameel. In de hitte van de woestijn tussen de bulten in een trage telgang ontstaat…
Meer…

1 januari 1965 (Joseph Brodsky)
De wijzen zullen je adres vergeten zijn. Je zult geen ster meer zien, geen serafijn. Wel tocht het als vanouds bij het kozijn waarop de wind zich huilend stort.
Meer…

Onder Weert (Jules Deelder)
In de wagen op weg naar het zuiden zagen we onder Weert bij invallend duister en noordoosten wind een lichtende schijf geruime tijd geruisloos voor ons uit…
Meer…

Canzone 122 (Petrarca)
Zeventien jaren zijn gepasseerd sinds ik me brandde aan vlammen die nog steeds in me woeden; denkend aan de toestand waarin ik me bevind voel ik echter een kilte in…
Meer…

Aan mijn speelkameraden (Edgar Cairo)
Eensklaps… in mij
ontwaakt diep het gevoel, zo diep als ooit een mens zich voelt
in liefde die ontluikt.
Meer…

Wederkomst (William Butler Yeats)
Verder en verder in een steeds wijdere kring kan de valk de valkenier niet meer horen; alles valt uiteen, het midden begeeft het; wetteloosheid alom, springtij jaagt…
Meer…

Byzantium (Lucebert)
wiegen vol beduimelde ongeborenen bontgevlekt gekoeioneerd dus goedmoeds ter helle ingegraven – kwellende dorst naar wat dreigt te komen: de tiran
Meer…

Zelfpraat (Kees Francke)
Als je dan toch tegen jezelf gaat praten een maatschappelijk aanvaardbare lichte vorm van het syndroom van Tourette kan je het net zo goed opschrijven.
Meer…

Solliciteren (Ingmar Heytze)
Nog nooit zo tergend opgegeten als tijdens dit gesprek door een driedelig gedaste bidsprinkhaan. Woorden vallen op tafel, knikkers vallen…
Meer…