Geen beter leven

Dat nachtenlang getob
over honger, neutronenbom,
schrijvers en ander volk
achter tralies waar het niet hoort –
niets leverde het op.

Dus besloten, na rijp beraad
en op grond van een overdaad
aan ervaring met al dat leed,
slechts vragen te stellen waarop
mijn bevestigend antwoord tot
verlichting van eigen lot
in hoge mate bijdraagt.

Staat ’t eten klaar? Is zij bereid?
Zo ja, heerse tevredenheid.

Uit: ‘Geen beter leven’ (Meulenhoff, 1985)
© Foto: Leidsch Dagblad

= = = = = = = = = = = = = = =

‘Voor een dichter ben ik behoorlijk normaal’, liet Anton Korteweg Anton Korteweg (Zevenbergen, 1944) zich ooit ontvallen in een interview. En hij kan het weten, als boomer die in 1968 met poëzie in ‘Tirade’ debuteerde en wiens eerste bundel ‘Niks geen Romantic Agony’ vijftig jaar geleden verscheen. In de tussentijd heeft hij – lichtvoetig melancholicus – met veertien bundels en diverse bloemlezingen vol toegankelijke en ietwat ironische gedichten een breed publiek weten te bereiken. De jongste loot aan een oude stam, telt vijftig gedichten waarin Korteweg de lezer met de nodige zelfspot beurtelings waarschuwt en geruststelt.

In 1986 ontving hij voor zijn werk de A. Roland Holstpenning. Korteweg was van 1979 tot 2009 directeur van het Literatuurmuseum.