Bevrijding
Gelukkig vier mei
is weer voorbij
zij die prachtig twee minuten zwegen
zijn weer naar huis
en mogen weer een jaar vergeten
ik ben niet stil geweest
en zeker nog niet klaar
de rijen namen
moeten worden uitgesproken
alle namen
van vaders kant, van moeders zijde
kant en zijde
zo is hun dood wat minder naakt
Uit: ‘Matses en monsters’ (2001) In de Knipscheer.
Foto © PZC
*****************************************
Chawwa Wijnberg, geboren in 1942, was aanvankelijk beeldend kunstenaar. Ze studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunst Sint Joost in Breda en werkte ruim tien jaar als beeldhouwer. Pas rond haar veertigste begon ze met schrijven. Haar literaire carrière begon toen ze haar partner Marianne sprookjes ging vertellen, vertelde ze in 2001 aan de PZC. Ze volgde een poëziecursus bij Elly de Waard.
Een onderwerp had ze wel. Ze werd als joods kind tijdens de oorlog geboren. De eerste drie jaar van haar leven zat ze ondergedoken en haar vader heeft ze nooit gekend. “Ik was een onderduikkind”, vertelde ze aan de PZC. “Pas na drie jaar heb ik mijn eigen naam geleerd. Een kind dat Chawwa heette, dat kon in de oorlog niet. Dus heette ik Humpie Dumpie.”
Wijnberg maakte deel uit van de vrouwelijke poëziegroep De nieuwe wilden, die onder leiding van De Waard furore maakte. Ze was columniste voor het Utrechts Nieuwsblad en van 2004 tot 2008 voor de PZC. Ze was de eerste stadsdichter van Middelburg en organiseerde daar vijf jaar lang de jaarlijkse dichtersmanifestatie Park & Poëzie.
Ze was al enige tijd ziek, maar bleef publiceren. Na de als afscheid aangekondigde bundel ‘Het ontbreken hoor je niet’, die dit jaar werd genomineerd voor de Zeeuwse Boekenprijs, verscheen zeer recent nog de bundel ‘Alle Hemelen’.
Op de homepage van haar site staat dit gedicht: vaarwel mijn lief / kijk hier is de herinnering / zie je wel hoe wazig al / alle ogenblikken liggen niet / netjes gestapeld of gesorteerd.
Tekst: © PZC 22-12-2019