Ook
Nul handen houden niets vast.
Nul graden bestaat misschien,
maar toch. Melk wordt ook zuur
van onweer. Vulkanen hebben namen
die ook blijven als ze niet spuwen.
Dezelfde naam belooft niet
dat je op elkaar lijkt. Water en spoken
kunnen door veel dingen heen. Kun je
door niets heen kijken? Spoken leven
wel en niet. Absent is als je er bent
door er niet te zijn. Ik mis je soms
ook als je er bent. Soms ben je er
zonder te worden zoals ik je mis.
Niet elke wolk heeft een naam.
Uit: ‘Dat ben jij toch’ (2013) – Ambo/Anthos
= = = = = = = = = = =
Jannah Loontjens is in Denemarken geboren, ze groeide op in Zweden en Nederland. Haar eerste roman, ‘Veel geluk’, die zich deels in Zweden afspeelt en deels in Den Haag, is in 2007 bij Prometheus verschenen. Haar tweede roman ‘Hoe laat eigenlijk’ verscheen in 2011 en werd genomineerd voor de Halewijn-literatuurprijs.
De dichtbundel ‘Varianten van nu’ verscheen in 2002 bij Bert Bakker, haar tweede bundel ‘Het ongelooflijke krimpen’ in 2006 bij ‘Prometheus’. In 2013 publiceerde ze de dichtbundel ‘Dat ben jij toch’ bij Ambo, alsook de essaybundel ‘Mijn leven is mooier dan literatuur’.
Bij Ambo|Anthos verscheen ook de roman ‘Misschien wel niet’ en het autobiografische filosofieboek ‘Roaring Nineties: Of hoe de filosofie mijn leven heeft veranderd’.
In 2018 verscheen ‘Wie weet’, een roman die zich afspeelt op de dag van de aanslag op Charlie Hebdo.
In 2019 verscheen ‘Als het over liefde gaat’ bij Uitgeverij Podium, een reisverhaal in de voetsporen van schrijver Frida Vogels.
In 2021 verscheen ‘Schuldig: Een verkenning van mijn geweten’, een essayistische, filosofische ontboezeming en zoektocht naar de oorsprong van haar schuldgevoelens.
Loontjens schrijft opiniestukken en recensies voor Trouw, NRC en de Volkskrant.
Sinds 2017 verzorgt ze een maandelijkse rubriek in Filosofie Magazine, waarin ze filosofen bespreekt die van invloed zijn geweest op haar denken en schrijven.
Tevens schrijft ze poëzierecensies voor Awater. Eerder schreef ze over poëzie en filosofie voor o.a. De Groene Amsterdammer. Naast haar schrijverschap, doceerde Loontjens filosofie en literatuuranalyse aan de UvA, ArtEZ, Gerrit Rietveld Academie en ISVW.
In 1999 studeerde ze af bij filosofie (UvA) op Heideggers denken over Hölderlin. Een deel van haar filosofiestudie volbracht zij in New York aan de New School for Social Research. In 2012 promoveerde ze bij de leerstoelgroep Algemene Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
Ze publiceerde gedichten in o.a. de literaire tijdschriften Awater, Tirade, Het Liegend Konijn, Raster en Parmentier. Haar gedichten werden onder meer gebloemleesd in Komrij’s ‘Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten’ (Bert Bakker, 2004), ‘Dagkalender van de poëzie 2004 & 2006’ (Meulenhoff, 2004 / 2006 / 2008), De verhuizing (Prometheus, 2003), Nooit te vangen met haar eigen pen; de vrouwelijke stem in de Nederlandstalige poëzie in 200 gedichten (Poëziecentrum Gent, 2005), Vonken (Prometheus, 2007), De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2013, De Arbeiderspers 2013.
Bron: jannahloontjens.nl
Foto: © NRC