Walcheren bij avond
De dag gaat dicht als een deur. Jij schudt
een sprookje uit je mouw. We lopen
langs het duinpad naar de sterren en open
gaat de nacht. De lage lichten van de kust
beloven meer dan je kunt zien. Een visser staat
met zijn lantaarn aan in zee. Het silhouet
van een geluidloos schip wordt neergezet
tegen de einder en verschuift. Met regelmaat
van enkele seconden zwaait een armvol licht
vanaf de vuurtoren over ons heen. De wind
gaat liggen in een dal, de avond wint
het van de dag. En dan van ver komt er een dicht-
regel van Achterberg over het schaduwpad:
“Aan het roer dien avond stond het hart”.
uit ‘Voorheen te Orisande’ (1986)
Uitgeverij De Bezige Bij
* * *
De Zeeuwse dichter Johanna Kruit (1940) groeide op als een na oudste in een gezin van elf kinderen. Haar vader was boekhandelaar. Kruit bezocht de mulo en werkte daarna als verpleegkundige in een kindersanatorium. Daarna had ze een tijdje een jeugdrubriek in een regionale krant. Toen ze op latere leeftijd last kreeg van een hernia en ze lange tijd op bed moest gaan liggen begon ze met schrijven.
In 1976 debuteerde bij uitgeverij WEL het boek ‘Achter een glimlach’. In 1989 kwam haar eerste kinderboek ‘Als een film in je hoofd’ uit. Hierna ging ze verhalen en gedichten schrijven voor Vrij Nederland, Margriet, Okki, Taptoe en Mik-Mak. In 1996 kreeg ze een Vlag en Wimpel voor haar jeugdbundel ‘Zoals wind om het huis’. Kruit wordt samen met de schrijvers Leendert Witvliet, Wiel Kusters, Remco Ekkers en Ted van Lieshout gerekend tot de zogenoemde Blauw Geruite Kiel-groep. Kruit bezoekt scholen en bibliotheken in Nederland, waar ze voorleesdagen geeft.