Ik is een vlag

Zodra ik ik laat vallen trekt de lucht boven mij
samen vergrijst en legt zich neer boven de stad.
De stad vernauwt zijn straten kromt de bruggen
als tenen in mijn schoenen. Mijn tenen? Mijn schoenen?

Ik is een vlag op een maanlandschap waar iemand
metaalgaren in stak om het oneindige wapperen
te bereiken dat in windstilte iets monumentaals wil
betekenen. Maar vlaggen zijn weerloos en mijn lichaam

bewijst hier niets. Al schrijft het ik en stelt het zich
voor. Zolang we lopen doen we met elke stap
een stap in het ongewisse en kunnen we ons

in de geel kermende bermen in de lome namiddag
en in voorbeeldige wrakken langs de afkoelende
rivier als verlaten huizen in elkaar vergissen.

Uit: ‘Jaja de oerknal’ (2013) – De Arbeiderspers.
© Foto: vpro