Jongens
We waren jongetjes met radiografisch bestuurbare auto’s en
stempeldozen en we wisten dat er iets aan de hand was. We wisten dat
we geen eerlijk antwoord kregen toen we vroegen ‘waar is mama?’ en we
wisten, zelfs nog voordat papa ons meenam naar onze kamer en we op
het bed moesten gaan zitten, ieder aan een kant van hem, dat er iets
veranderd was. We raadden en begrepen dat ons leven voortaan anders
was en dat papa nu een soort andere papa was en wij andere jongens, we
waren dappere nieuwe jongens zonder een mama. Dus ik weet niet wat
mijn broer dacht toen papa ons vertelde wat er was gebeurd maar ik
dacht dit:
Waar blijven de sirenes? Waar blijft het geren en geschreeuw dat bij zo’n
gebeurtenis hoort? Waar blijven de vreemden die alles op alles zetten om
te helpen, die ons toeroepen en lichtgevende reddingswerktuigen
toegooien om ons gerust te stellen en te redden? Er zouden mannen met
helmen moeten zijn die ons toespreken in een nieuwe, dramatische
crisitaal. Er zouden afgrijselijke geluiden moeten zijn, volkomen ongekend
en ongepast in ons gezellige Londense bovenhuis.
Er waren geen mensenmassa’s en geen vreemden in uniform en geen
nieuwe crisistaal. We bleven de hele dag in pyjama en er kwamen
mensen op bezoek die dingen voor ons meenamen.
Vakantie en school werden hetzelfde.
Uit: ‘Verdriet is het ding met veren’ (De Bezige Bij, 2017)
Vertaling: Saskia van der Linden
* * *
Max Porter Porter (High Wycombe, 1981) is een Britse schrijver. Zijn bekroonde en in 27 talen vertaalde ‘Grief is the Thing with Feathers’ verhaalt in een afwisselend poëtische en prozaïsche stijl over een kraai die een rouwend gezin bezoekt. De titel is afgeleid van Emily Dickinsons ‘Hoop is het ding met veren’. Van het boek is een toneelstuk gemaakt dat in 2019 in Dublin in première ging en werd opgevoerd in Londen en New York. Ook in 2019 verscheen Porters tweede boek ‘Lanny’.