Nachtrit
Man, eententwintigste eeuw, kaal, gezet
en met een onvervreemdbaar recht op seks
(‘Mijn naam is Legioen, wij zijn met velen’),
jaagt door de late nacht over de weg
en wil zijn lichaam met gevrouwte delen.
De pompen van Shell. Het pooierslicht.
Vol moed een meisje achter glas betalen.
Vol moed aan nieuwe vrouwen denken, echt,
elektrisch, kil, verhit, maar denken, denken –
een hersenhond, onthand en underfucked,
al jaren in zichzelf verongelukt,
maar met drie namen in zijn telefoon,
drie namen vol belofte van geluk.
Hij belt. Zijn recht op seks. Op scherpe meiden.
Waarom heb ik toch medelijden?
Uit: ‘Mijn naam is Legioen’ (Prometheus, 2013)
Omslagontwerp: © Suzan Beijer
Foto: © NOS
= = = = = = =
Menno Wigman was dichter, vertaler en essayist. In 1997 debuteerde hij met de veelgeprezen bundel ”s Zomers stinken alle steden’. Voor zijn bundel ‘Zwart als kaviaar’ (2001) ontving hij de Jan Campertprijs. In 2010 verscheen ‘Red ons van de dichters’, een bundel beschouwingen waarover ‘Het Parool’ schreef: ‘Zolang Wigman dicht en blijft schrijven over gedichten, komt het met de poëzie wel goed’.