De duistere sterren

Laat niemand meer zingen van liefde of oorlog.

De orde die de kosmos zijn naam gaf is ontbonden;
De hemelse legioenen zijn een kluwen van monsters,
Het heelal valt ons aan, blind, gewelddadig en vreemd.
De hemel is bezaaid met angstaanjagende dode zonnen,
Intens dichte klonten vermorzelde atomen.
Er straalt slechts wanhopige zwaarte uit,
Geen ernergie, geen enkele boodschap, geen deeltjes,
geen licht;
Zelfs het licht valt terug, gebroken door zijn eigen
gewicht,
En wij allen, mensenzaad, leven en sterven voor niets,
En eeuwig wentelen de hemelen zich, zinloos.

Uit ‘Op een onzeker uur’ (Meulenhoff, 1988)
© Nederlandse vertaling Maarten Asscher, Reinier Speelman en Meulenhoff Nederland bv
© foto Jillian Edelstein

= = = = = = = = =

‘Ik ben een mens. Ook ik ben, met onregelmatige tussenpozen, ‘op een onzeker uur’ gezwicht voor de aandrang: het lijkt erop dat die in ons genetisch erfgoed geschreven staat. Op sommige momenten heb ik de voorkeur gegeven aan poëzie om een idee of een beeld over te brengen. Ik weet niet waarom, en ik heb me er nooit druk over gemaakt: ik ken de theorieën van de dichtkunst slecht, ik geloof niet in de heiligheid van de kunst, en ik geloof al net zo min dat mijn gedichten bijzonder zijn’.

(Uit het voorwoord van Primo Levi bij zijn bundel ‘Op een onzeker uur’).