De maaltijd

Ze komen op een avond bij ons eten,
de moeder en haar kinderen. Ze lacht,
ja, uit Aleppo, zegt ze dan, zo zacht
alsof ze het al bijna was vergeten.

De bonen smaken goed, de kip is mals,
we praten, drinken, proosten op het leven.
Ik vraag: waar is je man? Dan maakt ze even
een snelle snijbeweging langs haar hals.

Ze ziet hem lopen langs de rozenhagen,
zijn sterke rug, zijn innerlijke rust
en om hem heen de geur van zomerdagen.

Misschien heeft ze hem nooit vaarwel gekust.
Ik durf het haar gewoonweg niet te vragen;
dan vraag ik maar of ze een toetje lust.

Uit de bloemlezing: ‘Een toon die in de Stilte Zoemt’ (2015) – Uitgeverij Van Gennep.

* * *

Rikkert Zuiderveld, een in een socialistisch gezin geboren Groninger die later naar Amsterdam verhuisde, bracht in 1967 zijn eerste plaat ‘Achter Glas’ uit, een voor die protestjaren zeer dichterlijk album, zowel muzikaal als qua tekst. Natuurlijk is kleinkunstenaar Zuiderveld later ook bekend geworden door zijn (evangelisch) repertoire met Elly Nieman. Maar daarachter schuilt een poëet die, hoewel hij op zijn website schrijft dat hij zijn roeping als dichter gemist heeft, in 2015 met het bovenstaande sonnet de top honderd van de Turing‐gedichtenwedstrijd bereikte.