Zoutsneeuw #7

Op zomerdagen groeit de maan soms vol en raakt
in copulatie met het licht. Eclips. De blauwe
lijnen van een oog zinderen in de vlakte.
Dingen maken geen rechtsomkeert meer in zichzelf
en alles wordt een cirkel. Niets is eenvoudiger
dan door je dode huid naar buiten te treden.
De jager is zijn eigen buit. Hij stoot op vuurpotten,
herkent in de gedoofde vracht hoe vleugellam geboorte is.
Een mandragora groeit in zijn geslacht. Schaduw van
draagster die gedragen wordt. Wapiti, Buonarotti,
chiguegue en blauwneusaap schilderen met hun staart

de ruimte vol: een trompe-l’oeil.

Uit: Zoutsneeuw (1987) – Uitgeverij Meulenhoff.
© foto: nrc.nl