de definitie van eenzaamheid

ik belde een kennis en vroeg hem:
omschrijf eenzaamheid voor me
hij legde de hoorn op de haak.

ik belde een vriend en vroeg hem:
omschrijf eenzaamheid want ik ben het vergeten

hij zei: ik ben onder de hemelen gaan staan
als je dat bedoelt
in een weiland vol pastelrode dieren
en telkens twijfel ik of ik hond zag of hazen

ik antwoordde: hond is dood, je hebt hem begraven

hij zei: ik heb op ooghoogte met het maaiveld gestaan
de kuil was diep, de spade leek zo zwart als mijn verdriet

en de ganzentrek, zegt hij
bij nacht de ruis van de ganzentrek
en telkens een gakkende roep
de solist achteraan de troep, die ik beantwoord

ik weet het weer, zei ik, hoe het voelt
ik herken het in de mot die tegen het raam blijft vliegen

ik legde de hoorn op de haak

Uit: ‘Weier’ (2022) – Uitgeverij Stichting De Kaneelfabriek