Casa Portiera ABC - Art, Books & Coffee
Marge‐
links

Home

Art, Books & Coffee

Gedicht op goed geluk

Mededelingen

Evenementen

Archief

Marge‐
Rechts
Inline‐
links

De weg

Onder de boom van verlichting zat
Siddhārta, toen de schande ontsluierd was
van ouderdom, van ziekte, en van dood.

Ātman zag hij, elk mens voorbij; het Licht
ging schemeren in een ledig vergezicht,
een glimlach lichaamloos achter het Rad.

Maar daar zij licht, daar weze hemel, zee,
licht dag, nacht duister, aarde, spruitend gras,
bomen met zaad, tot bakens lichten groot
en kleine, wemelende zielen, paarsgewijs,
vogels gevleugeld, kruipend dier, wild, vee.
En al het kruid zij man en vrouw tot spijs.
In ’t zweet uws aanschijns eet gij brood.

Uit: Innisfree, 2007

* * *

De Vlaamse dichteres Christine D’haen (1923-2009) debuteerde in Dietsche Warande en Belfort en in het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Het katholieke milieu in Sint‐Amandsberg bij Gent speelde in haar werk een grote rol. Zelf situeerde ze zich als agnost. In 1958 verscheen haar dichtbundel Gedichten 1946-1958. Deze gedichten bezitten een klassiek vormschema dat opviel in het decennium van de uitbundige Vijftigers. Haar gedreven poëtisch werk kenmerkt zich door een retorisch taalgebruik met beladen symboliek, een poëtisch‐technische begaafdheid, een enorme taalrijkdom, een ongeziene verbeeldingskracht en een zintuiglijke geladenheid. Meermaals komen er verwijzingen terug naar de Griekse mythologie. Om het de lezer wat makkelijker te maken, voegde ze veelal voetnoten toe.
In 1960 werd haar door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (Leiden) de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs toegekend.
‘Christina de Wonderbare’ noemde Paul Claes haar, een ‘schoolmatres’ heeft ze zichzelf lang genoemd, met een zinspeling op die andere begenadigde dichteres uit het Zuiden, Anna Bijns. Afwisselend verklaarde Christine D’haen graag een beeldend kunstenares en een filosofe geweest te zijn. Ze was echter alles in één: ze was een dichteres, een van de grootste Nederlandstalige dichters van na de Tweede Wereldoorlog. Nadat zij in 1992 de belangrijkste literaire onderscheiding kreeg die in het Nederlandse taalgebied toegekend wordt, zette zij haar dichterschap onvermoeibaar voort met opmerkelijke nieuwe bundels en prozawerken. De gedichten tot en met Dantis medidatio (1998) werden gebundeld in Miroirs (2002), haar autobiografische prozaboeken in Uitgespaard zelfportret (2004). Daarna verschenen nog drie bundels poëzie. Door haar dood in 2009 werd een meesterschap afgesloten dat steeds sterker de herinnering aan Mallarmé opriep.

Inline‐
rechts