Casa Portiera ABC - Art, Books & Coffee
Marge‐
links

Home

Art, Books & Coffee

Gedicht op goed geluk

Mededelingen

Evenementen

Archief

Marge‐
Rechts
Inline‐
links

Oudejaarsavond

Ik ben de beluste en ongetrooste;
de verloren zoon, verbannen van huis.
Mijn poolster was hoop, die ster was groots,
en snel, maar is dood – verpulverd tot gruis.

Ben ik mijn Gedachten of ben ik Mijzelf, Blake of Rimbaud?
De bloem die mijn waakzaamheid suste
was een droom, een dood
waaruit ik ontwaakte op de kust

van het Denken, in de nacht van de vorst
die jij verzachtte met sneeuwvlokken van kant
en de droge lippen van je lichtgevende borst.

Geef mij de Echte Droom en ik zal gaan
en op den duur breken, en na de slotakte
de grote landen bezoeken die de heiligen weten.

Buiten rust de sneeuw zacht
op de harde stad, en de slanke bergen
rijzen op – als voor altijd, resoluut.
’t Is drie uur, nog steeds geen zicht.
De straat is onnatuurlijk verlicht

door de maan en de sterren en de Zon,
of nee, geen zon, maar blonde verwarring.

Het licht zal de wereld snel vertalen naar ochtend,
maar ik kan geen ochtend maken van de wereld en mijzelf.

Vertaling: Rogier de Jong
©️ foto: jewishreviewofbooks.com

* * *

Delmore Schwartz (1913‐1966) was een Amerikaanse dichter die tot de modernistische stroming gerekend wordt waartoe ook T.S. Eliot, William Carlos Williams, Ezra Pound, Elizabeth Bishop en Marianne Moore behoren. Hij debuteerde niet met poëzie, maar met een prozawerk, In dromen begint veranwoordelijkheid, dat vanwege zijn innovatieve, poëtische stijl Schwarz meteen de trapeze van begaafde en veelbelovende jonge schrijvers in de New Yorkse scene van het interbellum in katapulteerde.
Schwartz’ werk valt op door het filosofische en meditatieve karakter ervan en wordt gezien als het definitieve portret van de Joodse middenklasse gedurende de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog – met name door de grote kloof die hij portretteert tussen zijn generatie en die van zijn ouders, die als eerstegeneratie‐immigranten naar de VS waren gekomen. Zijn beste verhalen zijn dan ook de kronieken van de ontberingen van die eerste generatie, waarvoor de Amerikaanse droom geen werkelijkheid werd.
Zijn gedichten liegen er echter ook niet om – vooral door de fusie die hij nastreefde tussen ongebreidelde associaties en logica. Een erfenis van Pound, Joyce en Eliot, en een typisch kenmerk van het Amerikaanse modernisme in de vooroorlogse jaren.

Inline‐
rechts